Schriftelijke vraag

Vlaams Parlementslid Roosmarijn Beckers nam op 7 april n.a.v. het Vlaams ICT-coördinatoren Congres het initiatief om enkele schriftelijke vragen te stellen aan de Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts over de beleidsondersteuning voor ICT-coördinatoren in het Vlaamse onderwijs.

Het integrale document kan je hier raadplegen.

Vraag & antwoord

1. Heeft de minister reeds akte genomen van de memoranda van Vicli en de daarin beschreven pijnpunten en aanbevelingen?

Antwoord:
Jazeker, ik heb daar akte van genomen en de pijnpunten en aanbevelingen zijn me bekend.

2. Hoe evalueert de minister de vraag naar een betere omkadering ter ondersteuning en professionalisering van ICT-coördinatoren?

Antwoord:
Ook los van de corona crisis is de taak van ICT-coördinator niet altijd evident. Ik ben van mening dat de er wel voorafgaand debat nodig is over de taken van de ICTcoördinator. Immers, de verdergaande digitalisering in en van het onderwijs zorgt weliswaar voor extra taken op dat vlak, maar dat betekent niet noodzakelijk dat alles door de ICT-coördinator moeten worden gedaan. Bepaalde taken kunnen evengoed door andere personeelsleden worden gedaan of over een ICT-team worden gespreid.

De pijnpunten waar de Vlaamse volksvertegenwoordiger op wijst – een minimum aan uren, het statuut van ICT-coördinator on het secundair onderwijs en de noden met betrekking tot omkadering – zijn echter niet in één tel op te lossen. Vaak wortelen ze ook in beleidsbeslissingen die eerder zijn genomen. Sommige zaken zoals het takenprofiel van de ICT-coördinator vereisen meer overleg met sociale partners.

3. Hoe evalueert de minister de bemerkingen van de ICT-coördinatoren dat ze te vaak bezig zijn met louter technische ondersteuning of taken van administratieve aard en daardoor amper toekomen aan didactische omkadering en toepassing op hun school?

Antwoord:
Ook dat is mij bekend. De rol en taakbelasting van de ICT-coördinatoren werd immers ook bevraagd via de ICT-monitor van het departement Onderwijs. Daaruit blijkt dat een overgrote meerderheid van de scholen de ICT-uren vooral voor technische ondersteuning gebruikt, onderhoud en beveiliging van het computerpark en didactische ondersteuning. Ook administratieve ondersteuning (de schoolwebsite maken en onderhouden) en zelf vorming geven over ICT aan het team worden in veel scholen door de ICT-coördinator gedaan.

De ondersteuning van de ICT-coördinatoren is ook los van de corona crisis een belangrijk punt. Ik wijs er op dat de Vlaamse overheid reeds 32,7 miljoen euro per jaar investeert in omkadering en werking van de ICT-coördinatie.

4. Hoe evalueert de minister het genoemde voorstel tot het creëren van het ambt van ICT-coördinator in het secundair onderwijs?

5. Zal de minister er werk van maken om deze bovenvermelde voorstellen ten uitvoer te brengen?

Antwoord 4+5:
Zoals ik reeds heb geantwoord, kennen deze problemen al een lange geschiedenis en zijn ze niet snel op te lossen. Ik wil echter wel nagaan wat de mogelijkheden zijn om hier aan tegemoet te komen en zal mijn administratie opdracht geven dit verder te onderzoeken.

6. Welke eventuele andere initiatieven zal de minister nemen in verband met de ondersteuning en professionalisering van ICT en digitalisering in het Vlaamse leerplichtonderwijs?

Antwoord:
De Coronacrisis heeft de vraag naar de ICT-ondersteuning op schoolniveau erg acuut gemaakt. Ik ben van plan om na afloop van deze crisis daar de nodige lessen uit te trekken. Dan zullen we ook bekijken welke extra maatregelen noodzakelijk zijn.